Poster 04. Moet ambulante bloeddrukmeting onderdeel zijn van screening nierdonatie bij leven?




Thursday 14 march 2019

12:39 - 12:42h

Categories: Nursing, Postersessie

Parallel session: Postersessies 1 - Nursing


J.M. Wierdsma, F.E. van Reekum, A.D. van Zuilen.

Dept. of Nephrology, University Medical Center Utrecht,Utrecht, The Netherlands.


Background: Hoge bloeddruk is, samen met overgewicht, oudere leeftijd en nierziekten, een bekende risicofactor voor het krijgen van nierschade en nierfunctieverlies. In Nederland komt hypertensie voor bij 25% van de volwassenen in de leeftijd van 20 tot 70 jaar. Tot 2002 was hypertensie een absolute contra-indicatie voor het doneren van een nier bij leven. Omdat milde hypertensie in de bevolking vaak voorkomt mogen sinds 2002 hypertensieve donoren een nier doneren, op voorwaarde dat de bloeddruk met maximaal twee bloeddruk verlagende middelen onder controle is. Het is onbekend hoeveel nierdonoren in ons centrum hypertensie hebben of behandeld worden voor hypertensie voor nierdonatie.

Methods: Retrospectief dossieronderzoek bij nierdonoren die tussen mei 2017 en mei 2018 voor screening kwamen en een ABPM kregen. Daarnaast werden gegevens verzameld over bloeddruk in de spreekkamer, herhaalde APBM indien hypertensie, leeftijd en geslacht, nierfunctie, albuminurie, medicatiegebruik en medicatie start.

Results: Van 66 nierdonoren, 22 man en 44 vrouw, hadden 38 donoren (58%) hypertensie (>140/90mmHg) in de spreekkamer. De gemiddelde bloeddruk bij ABPM was 128/74mmHg. Na ABPM hadden 12 donoren hypertensie en maar liefst 43 van de 53 normotensieve donoren hadden een witte jas-effect. Bij 5 van de 12 donoren met hypertensie (>130/80 of dag >135/85 of nacht >120/70mmHg) werd geen medicatie gestart, 2 gebruikten thuis al medicatie, waarvan 1 donor medicatie erbij kreeg en 5 donoren startten met medicatie. Bij 4 donoren werd een tweede ABPM ter controle uitgevoerd, die een goede bloeddruk liet zien. Bij de 2despreekkamer bloeddrukmeting (N=41) tijdens de screening, werd bij 15 donoren nog steeds een verhoogde spreekkamer bloeddruk gemeten.De eGFR was bij 62% van de donoren >90ml/min en bij de overige donoren tussen de 60-89ml/min. Albuminurie tussen 3-30mg/mmol kwam voor bij 10 donoren. De overige donoren hadden geen albuminurie.

Conclusions: Ambulante bloeddrukmeting geeft waardevolle informatie over het wel of niet aanwezig zijn van hypertensie bij nierdonoren bij aanvang van de screening en of er sprake is van een witte jas-effect. Deze gegevens helpen bij het maken van een besluit over wel/niet starten van medicatie en of donoren voor de toekomst beter thuis bloeddruk kunnen meten in plaats van bij een zorgverlener. Donoren met bewezen hypertensie tijdens de screening zouden behandeld moeten worden vóór nierdonatie.